Tijd voor een mantra 'ik loop'

Ik loop.
Ik loop over tegels.
Ik loop over onkruid.
Ik loop over de straat.
Ik loop.
Ik loop rechtop
Ik loop ontspannen.
Ik loop als een trekpop zo recht.
Ik loop.

Mijn god wat moet ik nodig.

Ik loop.
Ik loop door straten
Ik loop door stegen.
Ik loop over tegels.
Ik loop over stenen.

Jij fietst. Ik loop.
Jullie fietsen. Ik loop.
Ik loop vandaag.
Ik loop zodat ik morgen ook kan lopen.
Jij gaat met het vliegtuig. Ik loop.
Jij gaat met de trein. Ik loop.
Ik ben een loper.

Ik loop ontzettend snel naar huis.

Ik loop.
Ik ben een loper.
Ik loop langs het stilstaande kind.
Ik loop langs de bezorgde moeder.
Ik loop langs de vader die in de auto stapt.
Ik mag nu even aan niets anders denken.
Want ik ben een loper.

Ik loop van lantaarnpaal naar lantaarnpaal.
In één tempo.
In één ritme.
De voetstappen weerklinken op de tegels.
Ik loop.

Ik loop niet geheel ontspannen.

Ik zal doorlopen tot het einde.
Er is geen andere manier.
Ik ben een loper. Dus ik loop.

Ik haal het einde niet.

Ik ben bijna thuis.
Haal al lopend de sleutel uit mijn ritszakje.
Ik loop de trap op.

En neem plaats op de WC. Op tijd.

Subscribe to Webzwerver

Don’t miss out on the latest issues. Sign up now to get access to the library of members-only issues.
jamie@example.com
Subscribe